Wat wil een drukke topmanager? Vooral geen gedoe, of in
ieder geval niet meer gedoe dan er al is. Dus als een middenmanager met een
probleem komt is de eerste neiging om het probleem zo snel mogelijk van tafel
te krijgen. Dit is een bijna onbewuste reactie, die bijna nooit gericht is
tegen de middenmanager persoonlijk, maar voor de middenmanager vaak wel zo
overkomt. Dit maakt het een lastige situatie die vaak tot een ‘self fulfilling
prophecy’ leidt. “Zie je wel dat hij geen tijd voor me heeft, geen keuzes
maakt, geen prioriteiten stelt”, etc.
Risicovolle strategie
In mijn ervaring heeft de middenmanager een aantal risicovolle
strategieën waarmee hij probeert om zijn probleem op tafel te krijgen:
1.
Ja, maar
… De middenmanager krijgt als reactie op zijn vraag een aantal kritische
vragen of tegenargumenten te horen. De Middenmanager ervaart dat zijn probleem
niet erkend wordt. De argumenten van de top doen in zijn ogen net niet terzake,
er is meer over te zeggen, dus reageert hij met Ja, dat is zo, maar … Het probleem met deze reactie is dat dit, afhankelijk
van de toon, door de topmanager als eigenwijs, zeuren of als strijd (wie heeft
er gelijk) ervaren wordt. Dit kost je als middenmanager punten en je gaat het
zeker niet winnen.
2. Help me….. Een manier om toch de
aandacht te krijgen is hulp vragen. Dit kan soms werken, bijvoorbeeld als jij
als middenmanager nog in een leerfase zit, omdat je net deze functie bekleedt. Of
als de top zich realiseert dat het probleem hem ook raakt en jij een terecht
beroep op hem doet om op zijn niveau een bijdrage aan het oplossen van het probleem
te leveren. Bijvoorbeeld: Jij hebt de
opdracht om een organisatie brede aanpak te implementeren en een collega uit een
andere Business Unit levert zijn bijdrage niet. Hij gebruikt als argument dat zijn baas (collega van topmanager)
andere prioriteiten stelt. Daardoor komt jouw deadline in gevaar.
In andere gevallen loop jij het risico dat de topmanager jouw kwaliteiten
in twijfel gaat trekken, of jou gaat helpen op een manier die jij helemaal niet
wilt. “Oh, dat moet je gewoon zo en zo doen… “. Realiseer je dat een topmanager
je altijd ook beoordeelt op wat je vertelt over je aanpak en twijfels, al
gebeurt dit op een bijna onbewust niveau.
1.
Klagen….
Als middenmanager zit in een lastige positie. Je zit er letterlijk tussen, ook
tussen de (machts)spelletjes die gespeeld worden en de verschillende belangen
die ieder heeft. Als je hierover gaat klagen bij jouw top, ook al zijn je
argumenten wellicht terecht, wordt dat door de topmanager vaak ervaren als
verschuilen achter de ander en als ‘slap’ optreden. Dit verslechtert jouw
positie in de ogen van de topmanager.
Probleem met een
oplossing
Wat kun je wel doen om met een probleem bij de top op de
agenda te komen:
1.
Zorg dat je overzicht
hebt over het probleem en de consequenties. Wie zijn de belangrijke spelers en
wat zijn hun belangen. Het helpt als je zoveel mogelijk de belangen van de top
zelf voor ogen hebt. Dit maakt dat je als partner met de topmanager mee kan
denken over het probleem.
2.
Zorg dat de topmanager het probleem ook als zijn probleem ervaart. De top heeft
eigenlijk altijd te veel problemen. Je moet dus zorgen dat jouw probleem boven
in dit lijstje komt, anders krijgt het onvoldoende aandacht. Dit betekent dat
je vrij stevig moet duidelijk maken dat niet allen jij, maar ook de top een
probleem heeft. Met name bij erg taakgerichte topmanagers vinden veel
middenmanagers dit een lastige opgave.
3.
Als het mogelijk is, zorg dat je een of meerdere
oplossing(en) hebt. Als deze
oplossing de top geen andere problemen oplevert krijg je er waarschijnlijk snel
de handen voor op elkaar. Benut dit moment om de top ook te vragen hun bijdrage
te leveren aan deze oplossing. Vaak zijn ze zeker bereid daartoe. Je hebt ze
tenslotte net weer verlost van een probleem!
4.
Als er niet direct een oplossing voor handen is,
zorg dan dat je samen met je topmanager
naar het probleem kan kijken als twee belanghebbenden.
“Hoe kunnen wij dit vraagstuk oplossen en wat zijn de consequenties van
mogelijke oplossingen”. Het helpt als het probleem niet tussen jullie in ligt,
want dan gaat het snel weer over op wiens bordje het probleem ligt. Beter is
om, bij wijze van spreken, naast elkaar te zitten en samen naar het probleem te
kijken dat daar op tafel ligt.
Drie benaderingen
Transactionele Analyse: Het grote verschil in de aanpakken die niet werken en de
aanpak die beter werkt is de positie die jij inneemt als middenmanager. Vanuit
de Transactionele Analyse kun je de niet werkende aanpakken bestempelen als een
Ouder (strijd) of Kind (slachtoffer of eigenwijs) positie. Consequent
Volwassen positie uit de TA innemen maakt dat je de kans op een ‘strijd’ of
‘hulp’-reactie van de top beperkt.
Roos van Leary: Vanuit het perspectief van Leary zie je meer dynamiek, want
het op de agenda krijgen van het probleem vraagt een stevige Boven stijl. Zodra
de top het probleem erkent moet je verschuiven naar een meer Onder Samen
positie om de top uit te nodigen tot het pakken van zijn verantwoordelijkheid
rond het probleem en samen over de belangen en mogelijke problemen te
spreken.
Systemisch: Vanuit een meer systemisch perspectief is van groot belang
dat de top een actieve en steunende houding van midden ervaart. Dit doet midden
door duidelijk zijn rol te pakken en vanuit een organisatiebreed perspectief de
problemen op te pakken.
Het moet duidelijk zijn dat de middenmanager zijn eigen
mogelijkheden in zet (wat heb je zelf al gedaan om het probleem op te lossen?)
en de top in positie houdt (Ik kan dit probleem vanuit mijn positie niet
oplossen, ik vraag jou om vanuit jouw positie je invloed uit te oefenen om dit
probleem op te lossen).